Het bewust opzoeken van frictie of gedoe is zeker niet mijn ding. In de training afgelopen vrijdag ‘Door wrijving meer glans’ van Annemarie Mars, schrijver van o.a. ‘De functie van Frictie’ was ik niet de enige, 9 van de 12 deelnemers gaf ongeveer hetzelfde aan. Ook interessant dat een deelnemer juist kwam om te leren ‘minder krassen’ te veroorzaken tijdens frictie en twee anderen wilden frictie vooral functioneler maken.
‘Mama weet wel wat ze wil maar ze zegt niet wat ze wil’
Hoewel de meesten vanuit professionele interesse meededen, zette Annemarie rake opmerkingen van haar kinderen in om een bepaald punt snel helder te maken en te laten voelen. Dat werkte bij mij heel goed en ik realiseerde me daardoor dat ik in mijn privéleven misschien wel meer last heb van mijn conflict-vermijdende gedrag dan in mijn werk. Als ik hieraan wil werken zal ik dat op beide ‘plekken’ moeten doen (normaal gesproken laat ik mijn privéleven buiten mijn blogs maar Annemarie begon!).
Wat is het probleem en wie heeft het probleem?
Zoals altijd in de veranderkunde draait alles om ‘wat is nu eigenlijk het probleem?’ en ‘wie heeft er nu eigenlijk een probleem?’. En zoals altijd is het toch weer confronterend als je die vraag op een aantal ‘puzzels van de dag’ legt (waarom vergeten we steeds weer om dat te doen?). Als het dilemma het disfunctioneren van een collega betreft, wie heeft daar dan eigenlijk precies last van? Waarom is het een probleem? En als jijzelf degene bent die er last van heeft, waarom spreek je dat dan niet uit, zit je allerlei dingen buiten jezelf te benoemen? Als het dilemma is dat je lief iets anders gaat doen dan dat jij zou willen, waarom hoop je dan heimelijk dat hij er zelf wel achter komt dat dit niet zo leuk is? Waarom zeg je niet gewoon wat je wilt? Als ik hierop reflecteer merk ik trouwens dat ik het zelf ook veel fijner vind als de ander gewoon zegt wat hij wil, daar kan ik mij toe verhouden. En niet met van die verkapte boodschappen (stel nu dat we… zou het een idee zijn om…).
Probleem, oorzaak, afnemer, doel, middel
Als programmamanager herken ik de beschrijving van Annemarie over onderwijsprojecten; als je niet uitkijkt is het middel het doel geworden en gooit iedereen zijn eigen stokpaardjes ook in de kruiwagen tot eigenlijk niemand meer precies weet wat nu eigenlijk het ECHTE probleem was en wie precies de AFNEMER van de oplossing is. In de kleine groepjes die met kaartjes op de grond aan de slag gingen met de eigen uitdagingen ontstonden leerzame gesprekken, leuke werkvorm. We zijn het er ook over eens dat een programma in de praktijk wel een ‘deel van de oplossing’ moet bieden voor meerdere uitdagingen, anders komen onvoldoende middelen, mensen en energie los in een organisatie. Een middel kan dus een oplossing zijn voor meerdere problemen met elk een eigen afnemer, ik neem me voor om die nog sterker apart uit te gaan werken bij een nieuw programma. Interessant!
Wie heeft het hier nu eigenlijk voor het zeggen?
‘Zeg jij nu maar gewoon hoe we het gaan doen’. Opvallend veel mensen vinden het fijn als iemand gewoon ‘de baas’ is. en dat is ook vaak effectief, de anderen kunnen dan ‘helpen’ maar de leider beslist. Maar ook de leider kan bewust of onbewust kiezen voor een bepaalde vorm van zeggenschap. Het mandaat uit handen geven (‘jullie mogen het zeggen’) kan in sommige gevallen prima uitpakken maar in andere gevallen het tegenovergestelde bereiken van wat je wilt). En iemand die te sterk loopt te ‘inspireren’ kan daarmee ook anderen monddood maken. Het voorbeeld van een ‘zelfsturend team’ dat al samenwerkend het rooster moet zien in te vullen wekt bij iedereen herkenning en humor op. We gaan wat mij betreft te oppervlakkig over dit onderdeel heen.
Noodzakelijk onderhoud
Ik had eerlijk gezegd verwacht dat de training nog sterker zou gaan over het bewust opzoeken van frictie omdat dat soms meer oplevert dan een andere stijl. Ik bewonder de moed van collega’s die de boel doelbewust kunnen laten escaleren en dat rustig laten gebeuren tot er een oplossing uit de bus komt (ik wil graag oplossen en redderen). Het effect van de training was voor mij persoonlijk wat subtieler en draaide om de momenten waarop ikzelf (functionele en noodzakelijke-) frictie vermijd. We hebben gelukkig ook geoefend met HOE ik mijn opening dan kan formuleren (geen krassen!), dat vind ik best lastig. Alle deelnemers waren positief over de training en iedereen haalde er mooie dingen uit. Mijn algehele indruk was dat Annemarie en Biene van Kooten-Gosses net iets teveel onderwerpen op het programma haddeen gezet waardoor de diepgang soms niet gehaald werd (maar ja, dat kan ook bijna niet in 1 dag). Daardoor werd bijvoorbeeld ‘vier soorten interventies’ en een deel van ‘Zeggenschap’ niet behandeld wat een beetje slordig overkomt. Less is more, ook zonder die delen een prima inhoud. Grosso modo vond ik de training leuk en een lekkere opfrisser van een aantal modellen. Het zet je weer even aan het denken en scherpt dat waar je op dit moment mee bezig bent, aan. Waardevol dus!