Afstandsonderwijs? Dichtbij-onderwijs!
Nog voordat mijn telefoonalarm piep zegt, word ik wakker en draai me nog even om. Ik denk aan de collega die pasgeleden met de meest gelukzalige glimlach en schittering in haar ogen met pensioen is gegaan. De afgelopen maanden is haar grootste droom uitgekomen; de hele wereld wilde MS Teams leren kennen en lag aan haar voeten. Dat iemand zo gelukkig kan zijn met die rotziekte is nogal grappig. Ik kijk uit het raam en het regent. Stiekem vind ik dat heerlijk, de gedachte dat ik straks mijn sloffen aan zal trekken en lekker de hele dag in mijn werkruimte beneden kan zitten genieten.
Op de bank met de eerste mok koffie check ik wat ik vandaag allemaal mag doen. De dag eindigt zoals zo vaak met het verzorgen van een workshop en ik zie dat we ruim 50 aanmeldingen hebben. Ook al komt een man of tien meestal niet opdagen, het is best een grote groep. Tussendoor maar even voor bespreken met de collega die bereid is om ff te helpen.
De dag begint met een kort overleg met mijn directeur over middelen, het is duidelijk dat we met ons team en de 8 huidige i-coaches geen 3500 docenten kunnen helpen met online didactiek. Daarna een kort overleg over de enorme vraag naar digitale apps en tools en hoe we daar als Dienst ICT het best mee om kunnen gaan. Om half tien een meeting met het team van i-coaches. Wat een kanjers, ze zijn ruim een maand geleden begonnen en als ik hen hoor praten over hoe ze docententeams aan het helpen zijn, voel ik me trots. Een aantal ziet er moe uit, ze voelen zich soms een soort life-vest waar twintig man tegelijk aan trekt.
‘Laat je niet verleiden om overal ja op te zeggen, dat kan gewoon niet’, hoor ik mezelf zeggen tegen het team van i-coaches. ‘Men kan nog niet alles van je verwachten, je bent net begonnen en moet zelf ook nog veel leren, dus probeer wat te vertragen’. Terwijl ik het zeg zie ik mijn eigen gezicht in het scherm en vraag me af of ik geloofwaardig klink als ik dit zeg. Ik schiet in de lach als ik de gezichten lees, die denken hetzelfde. ‘OK, probeer in ieder geval jezelf te bewaken, als je eronderdoor schiet, is men nog verder van huis. Wat heb je nodig?’ We maken samen een plannetje, halen de druk van de ketel en iedereen gaat weer voor het eigen college aan de slag. Ik weet dat ze in de loop van de week elkaars hulp zullen vinden.
De volgende meeting is een groep opleidingsmanagers van een college in een andere uithoek. Normaal zou ik nooit zo makkelijk op een dag van Amsterdam naar Airport, Lelystad en Hilversum kunnen switchen en ik vind het heerlijk dat dat nu moeiteloos gaat. In de teams van deze managers zitten nog veel docenten die grote moeite hebben met het online lesgeven en we bespreken hoe zij met hun i-coach en onderwijskundigen samen, per doelgroep de vaardigheid zouden kunnen opbouwen. De managers waarderen de instrumenten die we inmiddels hebben gemaakt en dit helpt ons om het goede gesprek te voeren over ieders rol.
Na de snelle boterham wordt het leuk, ik zie mijn collega adviseurs, projectleiders en technovators uit het hele land bijna tegelijk oppoppen. Zo’n beetje alle grote instellingen in Nederland werken sinds corona nauwer samen dan ooit. We werken allemaal op hetzelfde snijvlak van onderwijsvernieuwing, technologie en docentprofessionalisering en hun leven ziet er hetzelfde uit als dat van mij. Het onderwerp is het landelijk delen en hergebruiken van digitale les- en professionaliseringsmaterialen. Er is veel humor, we begrijpen elkaar goed en zien overal dezelfde bewegingen. Hebben jullie een beleidsstuk over die camera’s? Hoe doen jullie dat met die tool-aanvragen? Kun jij bij ons die workshop geven? Ook tussendoor appen we elkaar, soms gewoon een grappige belevenis of een mooi artikel, andere keren met een snelle hulpvraag. Ik zie deze collega’s tegenwoordig bijna wekelijks ongeacht of ze in Emmen of Limburg werken. ‘Heeft een van jullie een stuk over de volwassenheid van digitale leeromgevingen?’, vraag ik. ‘Nee maar dat heeft Ralf of Judith vast wel! Oh dat is mooi, die spreek ik morgen toch’.
Even tijd voor de chat. Een docent die videosoftware nodig heeft. Een docent die een deel van haar tekst kwijt is. Of nee toch niet. Of ja, toch wel, een video is weg. Oh nee, dat was gewoon de verkeerde. Een collega met een AVG-vraag. Twee afspraken die verzet moeten worden. Een directeur die wil sparren over de digitale transformatie. En de vraag om een advies over het om-en-om model. En of ik nog iets kan vertellen over de voor- en nadelen van proctoring?
Nu de workshop. Ik tel 43 docenten en ben blij dat mijn collega er is om de chat af te vangen en deelnemers op te vangen voor wie het tempo te hoog blijkt. Omdat iedereen moet meedenken en voorbeelden geeft uit de eigen praktijk is de interactiviteit hoog. De docenten zijn dankbaar en blij dat ze zoveel geleerd hebben en zoveel tips gekregen hebben, maar ik weet dat we er nog lang niet zijn, een groot deel zullen we komende maanden nog regelmatig terugzien in workshops en ik broed op een sterkere vorm van nazorg. Maar dat komt allemaal nog wel.
Ik plof neer op de bank en begin met het lezen van de chatjes van mijn team-collega’s over hun dag. We kletsen zo nog lekker in kleine groepjes over de belevenissen en grappige voorvallen. Soms openen we toch maar een call om elkaar nog even te zien. Er zit een berichtje tussen van mijn collega Rik: ‘Hey Pascal schrijf ff een stukje, we kunnen € 500,00 verdienen voor een stapel bitterballen als we elkaar weer zien!’. Ik klik op het bericht. ‘Ze vragen een essay over hoe het onderwijs is veranderd’, chat ik terug. ‘Ik schrijf geen essays, ik blog maar wat’. ‘Misschien is dat ook veranderd’, chat hij terug.
Deze blog is eerder gepubliceerd bij Surf.nl in januari 2020.