Coronavrij? Zet het mbo de klok straks een jaar terug?

Nooit meer helemaal online of helemaal fysiek onderwijs – De dag waarvan we soms dachten dat hij nooit zou komen komt hopelijk toch in 2021: ‘iedereen in Nederland’ is gevaccineerd. Nog steeds denken (of hopen-) veel collega’s dat de klok dan een jaar terug wordt gezet en het stof van het ‘oude’ rooster geblazen wordt; alle lessen weer op school in klassen van 26,0 studenten… Nou was dat model natuurlijk op heel veel plekken al losgelaten maar het gaat ff om het idee dat we alle ervaring die we opgedaan hebben met online onderwijs verzorgen bij de eerste gelegenheid bij het grof vuil zouden zetten om terug te gaan naar de orde van de dag. Dat hoop ik niet!

Online heeft zich bewezen – Dat velen dat niet willen blijkt uit diverse artikelen en gesprekken van de afgelopen maanden (bekijk vooral ook even de samenvatting van dit onderzoek van het Practoraat Docentprofessionalisering!). Online onderwijs heeft zich bewezen als een prima aanvulling/afwisseling op leeractiviteiten op school en in de praktijk en voor sommige studenten zelfs als dé uitkomst om nu wél te kunnen studeren (maar het tegenovergestelde komt ook voor!). Het mooie is dat het Blended Onderwijs ontwerp dat uitgaat van drie leeromgevingen nu echt serieus kans van slagen heeft gekregen; voor het eerst zijn we redelijk bekend met de voor- en nadelen van alledrie de leeromgevingen en kunnen we veel bewuster keuzes maken op wélke plek wélke student op wélk tijdstip met leeractiviteiten bezig is! Nu de uitvoering nog…

Maar HOE gaan we dat organiseren in de praktijk? – Hoe gaan we deze beweging inpassen in de uitdagingen van de komende tien jaar (mbo 2030)? In geen enkele onderwijssector zijn de verschillen tussen opleidingen, niveaus, onderwijstijd en ‘soorten studenten’ zo groot als in het middelbaar beroepsonderwijs. Er zijn 15-jarigen die net van het vo komen maar ook volwassenen met een gezin thuis en zij doen opleidingen tot fietsenmaker of hairstylist, van danser tot onderwijsassistent. En als het gaat om het ontwikkelen, organiseren en uitvoeren van de juiste blend moeten we daarnaast ook steeds meer rekening houden met het individu, keuzes bieden, persoonlijke leerpaden kunnen samenstellen, inspelen op de actualiteit, stagemogelijkheden en de urgentie in de regio van de school. Zo kunnen we nog wel even doorgaan maar het is duidelijk dat er maatwerk nodig is, geen one-size-fits-all.

MBO aanpakkers! – Gelukkig zijn we aanpakkers en doorpakkers. Ik ben heel benieuwd of er al scholen zijn die een nieuw scenario voor (bijvoorbeeld-) augustus 2021 al klaar hebben liggen? (ik houd me aanbevolen!) Het lijkt me in ieder geval een aardige en zinvolle oefening om de discussie over de scenario’s alvast wat los te gooien, daar kunnen we alleen maar van leren.

1 Vaste dag per week online onderwijs – Ik begin met een op het oog simpele oplossing. Stel dat je voor corona eigenlijk al een mooie mix in de opleiding had tussen ‘leerplek 1; school’ en ‘leerplek 2; stage’. Dan kun je meteen kiezen om 1 dag per week ‘leerplek 3; online’ te doen. Dit is een heldere en goed te communiceren indeling voor studenten en docenten. Een halve dag kan natuurlijk ook, maar de andere helft kun je dan niet benutten vanwege de reistijd. Vier docenten verzorgen die ene dag een onderwijsprogramma voor een groep van ca. 100 studenten.  Waar moet je dan allemaal aan denken?

  • Ten eerste moet de onderwijskwaliteit natuurlijk in orde zijn, ook online. Het onderwijsprogramma moet uitdagend en evenwichtig worden ingedeeld.
  • Het docententeam moet heel goed met elkaar samenwerken en de hele opleiding en inhoudsgebieden goed kennen om weloverworgen inhoudelijke keuzes te kunnen maken
  • Het docententeam moet een goed beeld hebben van de inhoud en leeractiviteiten die online georganiseerd kunnen worden, met een onderscheid tussen synchroon en a-synchroon (en welke activiteiten dus echt niet online kunnen)
  • Het docententeam moet helder afspreken welke leeractiviteiten in welke leeromgeving plaats zullen vinden en welke mate van vrijheid er is voor de student om daarvan af te wijken
  • De digitale leeromgeving moet helder en volledig zijn ingericht, bij voorkeur met flexibele microcontent zodat een student die iets niet begrijpt, moeilijk vindt of juist verder kan, de content eenvoudig kan terugvinden als de ‘vakdocent’ niet aanspreekbaar is
  • Docenten en studenten hebben ten alle tijden de beschikking over een actueel overzicht van de voortgang nodig, waarin resultaten, feedback, opdrachten en deadlines per student worden weergegeven
  • De studenten moeten in staat zijn om thuis mee te doen aan online onderwijs (dus het hebben van de juiste apparatuur en software moet structureel geregeld zijn). De school moet ws. ook plekken bieden voor studenten die niet thuis kunnen meedoen
  • De studenten moeten weten hoe het werkt, voorbereid en begeleid worden
  • De rooster experts moeten vanzelfsprekend op een andere manier roosteren
  • In theorie komen er vier lokalen vrij voor deze groep, maar er moeten wel ‘studie corners’ oid voor terugkomen
  • Is de hele school die dag online? Of per jaarlaag? Of welke andere indeling wordt gehanteerd?
  • Hoe zit dat met de docenten, kunnen die er zelf voor kiezen om 1 of meerdere dagen online onderwijs te verzorgen? Of is dat afhankelijk van het vakgebied (praktijk vs theorie?). Of moet elke docent gewoon in staat zijn om te kunnen switchen?
  • … Wat nog meer?

De BBL: Om de week een dag online? – ‘Juist voor de BBL is die ene dag per week met elkaar samen op school zijn noodzakelijk!’, hoor ik vaak. Zou dat zo zijn? Of is dat toch ook erg afhankelijk van de opleiding, het niveau, de leeftijd en de mate van zelfstandigheid van studenten? Voor zelfstandige en redelijk ict-vaardige studenten in een administratieve- of zorgopleiding kon 1 of 2 dagen per maand naar school komen misschien zelfs heel veel voordelen bieden? Ik hoop op reacties op LinkedIn.

Elk jaar een beetje zelfstandiger – Je zou er natuurlijk ook voor kunnen kiezen dat het eerste jaar niet of een halve dag per week online gaat en dat dit elk jaar verder opgevoerd wordt. De aanname hierachter is dat studenten steeds meer zelfstandigheid aankunnen en naarmate examinering nadert, steeds minder op school hoeven te zijn.  Niet alleen de verhouding tussen de drie leeromgevingen kan per jaar aangepast worden, ook de mate van ‘fysieke’ begeleiding van docenten kan wellicht wat afgebouwd worden. Studenten gaan dan meer a-synchrone leeractiviteiten uitvoeren, al dan niet in zelfstandige projectgroepen.

Persoonlijk programma/persoonlijke leerpaden – Steeds meer opleidingen bieden vormen van flexibel onderwijs waarin in meer of mindere mate keuzevrijheid is bij studenten. Als dit al heel goed georganiseerd is, is het ook mogelijk om de studenten zelf in bepaalde mate keuzes te bieden welke leeractiviteiten hij in welke leeromgeving wil uitvoeren of zelfs op welke manier hij aan (zelfgekozen-) leerdoelen wil werken. Ik ben benieuwd of er opleidingen zijn die studenten een grote mate van vrijheid bieden op het gebied van leeromgevingen.