Als projectleider Blend-IT van onze ROC Academie krijg ik regelmatig de vraag of ik ons traject met Blend-IT coaches wil delen met andere mbo-instellingen. Hoe hebben wij dit aangepakt, wat heeft het opgeleverd en wat kunnen anderen daarvan leren? Omdat je in een presentatie niet overal op in kunt gaan, bij deze het volledige verhaal.
ROC Midden Nederland – even in het kort – heeft 13 colleges, 18 vestigingen, 22.000 studenten/cursisten en zo’n 1800 medewerkers (waarvan 75% onderwijzend) met een gemiddelde leeftijd van 50,2 jaar. Naast de mbo-colleges is er het VAVO lyceum, Bedrijfsopleidingen en 7 ondersteunende diensten. De kernwaarden zijn: persoonlijk, nieuwsgierig en ondernemend. Ik werk hier met veel plezier vanaf 2008.

Aanleiding – ROCMN werkt aan een steeds krachtiger leeromgeving voor onze studenten waarin leren in de praktijk, toenemende zelfsturing, maatwerk en talentontwikkeling kernbegrippen zijn. Ict kan deze ambities ondersteunen. Interne beleidsstukken als “Digitale didactiek” (2012) “Basis-ict-vaardigheden”(2016) en “Krachtige Leeromgeving” (2016) beschrijven intern het waarom en hoe. De gemiddelde leeftijd van ons docentencorps is relatief hoog en veel docenten zijn vooral experts in hun vakgebied (gelukkig maar!). Leeftijd zegt niet alles maar er zit een kloof in de vanzelfsprekendheid van ict-gebruik tussen onze docenten en studenten.
Professionalisering docenten op ict-gebied – Scholingsactiviteiten als studiedagen, workshops, demonstraties bleken in 2015 niet echt automatisch een ‘olievlekwerking’ te hebben; de ‘voorlopersgroep’ van ca. 150 docenten groeide niet vanzelf. Daarbij waren er grote verschillen tussen de teams, afdelingen, colleges in het gebruik van ict; sommige teams hadden het hele curriculum al in Blackboard (onze elo) geplaatst en gebruikten krachtige ict-tools, andere teams zetten daar slechts een verzameling documenten in of helemaal niets. Om vooral ‘handen aan het bed’ te krijgen werd het traject “Blend-IT coaches”geboren. Geïnitieerd vanuit P&O, met als doelstelling professionalisering op het gebied van basisvaardigheden en activerender lesgeven middels ict, gefinancierd met kwaliteitsgeld (Looptijd ongeveer 1 januari 2016-1 januari 2018).
De ideale Blend-IT coach bestaat niet – Elk college stelde een eigen BIC aan en maakte de keuze voor inzet van een eigen talent of het aantrekken van een externe, voor een grote aanstelling of juist twee kleine, voor een meer technisch of juist een meer coachend persoon. Waar je allemaal rekening mee kunt houden en welke verschillende vormen ik ken van BICs beschrijf ik in een apart artikel.
Werkwijze – De BIC werd gekoppeld aan een manager of de directeur van een college. Het MT en de eigen BIC stelden de ambities en doelstellingen, positionering en het activiteitenplan op. Daarin zaten grote verschillen. Waar het ene college zich vooral richtte op een soort ‘digitaal rijbewijs’ voor docenten, nam het volgende college het her-inrichten van de elo als basis en weer een ander college koos voor afgebakende klussen zoals papierloos werken. De beginsituatie en dus ook de resultaten verschillen daardoor per college.
BIC-team – Het BIC-team werd gedurende het eerste half jaar begeleid door Wilfred Rubens (drie professionaliserings-sessies), organiseerden hun eigen werksessies (uitwisselen ervaringen, materialen, sparren) en ontwikkelden hun individuele expertise. Naast hun werk in het eigen college konden zij ook een beroep op elkaar doen bij activiteiten, studiedagen, beleidsstukken. Er waren ongeveer 17 BICs, de meesten met een aanstelling tussen 0,2 FTE en 0,6 FTE (afhankelijk van de grootte van het college).
Focus op digitalisering – Hoewel de insteek van het traject oorspronkelijk vooral gericht was op het meer blended maken van het onderwijs (fase 2 en 3 van het SAMR-model) bleek al snel dat in de meeste colleges een goed fundament hiervoor ontbrak. Veel onderwijs stond in 2015 nog in multomappen of was als los Word-document in de elo ‘gehangen’. Docenten waren niet gewend om hun planningen, lesmateriaal en opdrachten digitaal beschikbaar te maken aan studenten terwijl de “Magister-generatie” daar grote behoefte aan heeft. De meeste MT’s ontwikkelden samen met de BIC een plan om het onderwijs structureel te digitaliseren, op basis van een gezamenlijk ontwikkelde structuur met een helder format. Op een enkel college werd via dit format ook meteen gestuurd op meer activerende werkvormen zoals werken met discussiefora, blogs, wiki’s en e-portfolio.

Beleidsstuk baseline – in 2016 werd een ‘baseline’ vastgesteld waarin de minimale ict-basisvaardigheden voor alle docenten staan. Een absoluut minimum zoals het kunnen omgaan met het digitale rooster, aanwezigheidsregistratie, plaatsen van lesplannen en lesmateriaal.
Centrale studentenraad – In 2017 werd bij ROCMN een Centrale Studenten Raad geïnstalleerd en in gesprekken die zij met het College van Bestuur voerde kwam het onderwerp ‘digitale leeromgeving’ al snel ter sprake. De studenten uitten hun ontevredenheid en hieruit volgde een student-enquête die naar 22.000 studenten werd gestuurd. Ruim 1500 studenten vulden deze in (oktober 2017) en de uitslagen lieten een zeer wisselend beeld zien. Bij de ene opleiding gaven de studenten bijvoorbeeld een 8 op de vraag of zij hun lesmateriaal eenduidig konden terugvinden terwijl dit bij een andere opleiding nog dik onvoldoende was. De enquête geeft ons als organisatie vooral veel sturingsinformatie om de basis echt op orde te gaan brengen. De enquête zal waarschijnlijk jaarlijks in november herhaald worden.
Succesfactoren – De belangrijkste succesfactoren zijn denk ik communicatie, verbinden, committeren en positioneren. Ambities en plannen moeten door alle managers, docenten, ict-experts en onderwijsontwikkelaars van een college ondersteund en bekrachtigd worden. Waarom willen we dit? Wat is het belang voor de student? Hoe gaan we hieraan werken, wie is verantwoordelijk voor wat en waar kun je terecht als je vragen hebt? Is er voldoende kennis en vaardigheid aanwezig? Wanneer is het goed? Hoe borgen we de kwaliteit cyclisch?
Wat heeft het opgeleverd? – Er is vooral een versnelling teweeg gebracht in de digitalisering van ons curriculum, waarmee een basis is gelegd voor het verder verwezenlijken van een krachtige leeromgeving. Verder:
- We hebben inzicht in hoe ver alle afdelingen nu zijn met die baseline en kunnen dit monitoren via onze klant, de student.
- Digitaal werken is vanzelfsprekend geworden voor de meeste docenten waardoor brede groei en ontwikkeling op dit gebied bekrachtigd wordt.
- Er is een serie ‘flits workshops voor tools’ ontwikkeld die druk bezocht worden.
We zien ook een duidelijke versnelling op het gebied van vernieuwende onderwijsvormen zoals afstandsonderwijs, adaptieve leerpaden en blended leren. We gaan dit als organisatie de komende tijd verder vorm geven, stimuleren en begeleiden.