Kennisnet

Online workshop geven? Doe het maar! (deel 6)

Gisteravond was de derde en laatste online synchrone workshop aan 16 mbo- i-coaches. Het ging goed en was weer leuk en leerzaam. We hebben een uitgebreide eind-evaluatie gedaan op inhoud en vorm van het Wikiwijs arrangement en de online workshops. Na een eerste blik op alle feedback pakte ik een mok koffie en merkte dat ik enorm in de lach schoot; als ‘live docent’ heb ik inmiddels bijna 20 jaar ervaring en heb ik vanzelfsprekend vooral in het begin alle docentenbeginnersfouten gemaakt die in de boekjes staan. Maar nu als ‘online docent’ begin ik deels weer helemaal overnieuw. Echt grappig, je moet alles eigenlijk opnieuw leren en doordat je druk bent met de techniek, de werkvormen, 16 camera’s in beeld en een script viel ik blijkbaar als vanzelf terug in oude fouten. Ik neem mij vast voor om bij de pilot “veranderkunde” die we in mei opstarten, meer aandacht te gaan besteden aan klassenmanagement, didactiek en pedagogiek 🙂

Hoe zou je de online module trainer/coach beschrijven?    

 

Online versus F2F – De hamvraag was natuurlijk in hoeverre de deelnemers F2F contact gemist hadden. Oftewel, kan een online cursus met louter online synchrone workshops een volwaardige vervanger zijn van live workshops? Alle voorwaarden om tot een ja te komen zaten mee; volwassen i-coaches met interesse voor onderwijstechnologie, die inhoudelijk aan de slag gaan met hun eigen leerdoelen en praktijkvraagstukken, gemotiveerd om mee te doen.

Bij de antwoorden schrik ik er toch wel van dat twee mensen F2F contact blijkbaar flink gemist hebben, ook al geven 8 van de 11 respondenten aan dat zij het nauwelijks/weinig gemist hebben. Voor komend jaar zijn we wel van plan om met een live centrale opstartdag te beginnen, maar misschien moeten we ons ook realiseren dat deze vorm niet voor iedereen geschikt is. De toelichtingen van de deelnemers bieden wel mooie nuanceringen:

 

Interactie – De toelichtingen bieden best veel aanknopingspunten om een verbetering in te zetten in de volgende module, om zo tot een betere interactie te komen. Een voorbeeld van een geweldig onhandige vraag van ondergetekende was deze; “Wie is er aan toegekomen om de bonusopdracht, het maken van een persoonlijk coachingsplan voor 1 docent, ook echt te maken?”. Oorverdovend stil bleef het op alle zolderkamers achter de webcams. Didactisch gezien kunnen alle stuurlui die dit lezen bedenken waarom het niet heel profi is om die vraag op die manier te stellen.. Net als in gewone klassen zijn er gelukkig altijd leerlingen die het ongemak van de juf dan aanvoelen en haar een (virtueel-) handje toesteken. Simpelweg je deelnemerslijst gebruiken en mensen bij naam aanspreken/aansporen zou al helpen om te zorgen dat iedereen aan de beurt komt.

Wikiwijs – In Wikiwijs stonden alle casussen, de vraagstukken, opdrachten en de theorie. Het grote gehannes is het vinden van een tussenweg tussen teveel en te weinig informatie. De module is een introductie maar we willen toch ook wel echt theorie en modellen meegeven waar de i-coach wat aan heeft. En je moet laveren tussen ‘waarom zou je een heel boek lezen als het ook in 1 alinea kan’ en deelnemers die aan de andere kant van het spectrum staan en zeggen ‘waarom zou je in een alinea proberen te proppen waar een heel mooi boek over geschreven is?’. Ik denk dat we op zich een redelijke tussenweg hebben gevonden, misschien moeten we wel nog iets meer samenhang in de module brengen en een aantal boektips/artikelen meegeven in de introductie, voor deelnemers in de categorie ‘veelvraat’.

Techniek – Techniek is een echte maak-het-of-kraak-het in deze vorm. We organiseerden een week voor de start een techniekcheck waarin alle webcams, software en hardware van alle deelnemers getest werden. Dat is absoluut geen overbodige luxe. Verder is het heel storend als een deelnemer geen webcam heeft/gebruikt, dat moet je gewoon niet accepteren omdat het ten koste gaat van de interactie. Een andere must is eigenlijk het aanschaffen van een headset (en niet met ‘oortjes met een draadje’ werken, de audio stoort dan enorm en het volume danst op en neer), het is prettiger voor je eigen huisgenoten en je hoort de anderen echt beter en rustiger. Bij elke workshop heb ik alle binnenkomende stemmen opnieuw gecheckt, dat is wel wat irritant voor iedereen en moeten we misschien alleen bij de eerste workshop doen in het vervolg. Ik heb echt respect voor Adobe Connect gekregen, de vele werkvormen en stabiele omgeving en bovenal de breakoutrooms zijn volgens mij echt noodzakelijk om de vaart en afwisseling erin te kunnen houden. We hebben op dat gebied nog wel veel te leren.

Hoe verder? – Wat hebben de i-coaches nu eigenlijk opgestoken, waar gaan ze mee verder?

En nu? – Mijn persoonlijke uitdaging voor de volgende pilotmodule is dat het aantal deelnemers dat F2F contact echt mist, omlaag gebracht wordt. We hebben gisteravond met Jolanda en Michel al wat opties besproken waarvan we denken dat het de interactie verder zal bevorderen en het gevoel van persoonlijk contact versterken. Naast Gilly Salmon ga ik ook mijn boeken voor de beginnende docent maar weer eens afstoffen:-)!